Over my body #boostyourpositivity

De derde opdracht voor het project #boostyourpositivity van Activia gaat over ‘the body’. Lies van Oontje vraag ons het volgende:
hoe beleven jullie je lichaam? Ben je er blij mee? Besteed je daar veel tijd aan? Laat je het zweten? En hoe zit dat met die body/mind verhouding?

Over mijn lijf … Wat kan ik daar in hemelsnaam over vertellen?

Of ik er tevreden mee ben?
Eigenlijk wel. Uiteraard zijn er werkpunten. Zo is een strakke buik en een perfecte confectiemaat eerder een illusie dan een na te streven doel. Toch vind ik dat mijn lijf er best mag wezen. Het is redelijk geproportioneerd. Mijn benen of armen zijn niet uitzonderlijk lang of kort. En ook mijn bovenlijf is in verhouding met de rest. De perfecte gulden snede zou ik het niet noemen, maar van ver lijkt het er zo’n beetje op ;-).
Mijn gezicht mag er best wezen. Ik kijk de wereld in met blauwe ogen. Door een oogoperatie is mijn ene pupil groter dan de andere. Als het licht in mijn rechteroog schijnt, lijkt het alsof er diamanten in het oog wonen. De rechterhelft is iets strammer dan de linkerhelft. Ooit was die helft verlamd. Alles is min of meer goed gekomen. De buitenwereld merkt er niets van. Alleen ik voel het verschil.
De balans helt over aan de positieve kant.

Of ik er trots op ben? Op mijn lijf?
Eigenlijk toch wel zo’n beetje. Vier keer slaagde het erin om een kleintje te laten groeien. Vier keer zette het een baby op de wereld. En hoewel de eerste bevalling best een traumatische ervaring was, bleek mijn lijf in staat om te herstellen en 18 maanden later nog een kleintje de wereld in te duwen. Het scenario herhaalde zich nog twee keer. De laatste keer floepte de baby zelfs zonder enige medische hulp, weliswaar per ongeluk, ter wereld. Een prachtprestatie toch.
Eigenlijk toch wel zo’n beetje, klopt dus niet helemaal. Ik ben er apetrots op, omschrijft het gevoel veel beter.

Of ik eraan werk, aan dat lijf van mij?
Sinds deze zomer wel. Dit vertelde ik al uitgebreid hier en hier. Ik had het nooit gedacht. Maar zo af en toe een beetje werken aan mijn lijf geeft voldoening. om het helemaal goed te krijgen zou er meer regelmaat moeten zijn. Zou ik er echt in moeten slagen om twee keer per week naar de fitnesszaal te gaan. Ook al fiets ik toch drie keer per week een slordige 20 km. Er wordt aan gewerkt. Op een dag lukt het om alles georganiseerd te krijgen zodat ‘moeder’ toch twee keer per week een uur kan sporten.

Hoe het dan zit met de mind en de body?
Sinds mijn herwonnen zelfbewustzijn (minder suiker, meer beweging en ook wel minder betaalde arbeid) voel ik me zoveel beter in mijn vel. Ik word er gelukkiger van.

Over werken #boostyourpositivity

16 jaar geleden startte ik mijn loopbaan, carrière, werkleven … of hoe je het ook wil noemen, in het onderwijs. Nu, 16 jaar later, sta ik nog steeds voor de klas. Dat het een job met veel vakantie  (verlof is het eigenlijk niet … – je bent leerkracht of je bent het niet 😉 ) is, weet iedereen ondertussen al. Uiteraard is het veel meer dan alleen maar dat. Het is eigenlijk in de eerste plaats een roeping waar je met hart en ziel voor moet gaan. Dat ik een beetje mee kan werken aan de toekomst van onze maatschappij (klinkt beter in theorie dan het er in de praktijk uitziet) is mooi meegenomen.

Het combineren van deze job met ons grote gezin is niet zo evident. Ik mag dan wel thuis zijn als de kinderen thuis zijn, de aardappelen koken zichzelf nog steeds niet, de was moet nog geplooid worden en ook het huis kan zichzelf nog niet poetsen. Bovendien wordt er van mij verwacht dat ik thuis mijn lessen degelijk voorbereid, de taken correct verbeter, de dossiers van de leerlingen aanvul en opvolg … Dat is niet meer dan normaal.  Het hoort nu eenmaal bij mijn job. Dat het niet evident is, kan je je wellicht voorstellen.

Een 4/5de job (lees 20% ouderschapsverlof) leek de combinatie iets haalbaarder te maken. Op 1 september (een kleine twee maand) geleden waagde ik de sprong.
De balans na deze korte periode is alleen maar positief. De tijd die ik op mijn school doorbreng, is gereduceerd tot 80% van een fulltime job. 20% minder zorgt voor een wereld van verschil. De ochtenden zijn rustiger, ’s avonds heb ik meer tijd om aandacht aan de kinderen te besteden, mijn huis ziet er nog steeds uit als een huis waar vier kinderen en een man leven, maar het geheel blijft overzichtelijker. Tegelijkertijd kan ik mijn lessen zorgvuldiger voorbereiden omdat het er 20% minder zijn.

Als ik alles samentel, werk ik in uren uitgedrukt niet zo gek veel minder.  Met het bijhorende loon zullen we zeker niet rijker worden. Enkele budgettaire verschuivingen en bewuster consumeren zorgen ervoor dat het haalbaar blijft.  De rust en de tijd die ik ervoor in de plaats krijg, is het waard. Alles verloopt hier zoveel harmonieuzer. 20% minder werken maakt mij (en hopelijk de rest van ons gezin) minstens 50% gelukkiger!!!

N.B. Die 30-urenweek die de Femma voorstelt, is meer dan het overwegen waard!

Deze blogpost kadert in het #boostyourpositivity project van Activia.

Over de stresskoffer

Eigenlijk heet zo’n ding ‘De Verteltas’. Als leesbeest en als vastberaden moeder om de leesmicrobe aan de kinderen door te geven zou ik die tas met open armen moeten ontvangen. Helaas … het tegendeel is waar.

Voor diegene zonder kleuterkinders eventjes kort het concept schetsen:
de juf kiest een boekje. Bij het boekje verzint ze opdrachtjes. Deze zijn bedoeld om de talige interactie tussen ouder en kind te bevorderen. In de tas van dit weekend zit een visspelletje met tien visjes en twee hengeltjes om de fijne motoriek te oefenen en een spelletje om visjes van klein naar groot te ordenen. Terwijl de kleuter de oefening maakt, praat je als ouder met je kind. Er zit ook nog een receptje om samen pannenkoeken te bakken in.

Dit uitstekend idee met pedagogisch verantwoorde spelletjes en een prima taalstimulans is voor mij een ware horror. Het is namelijk de bedoeling dat deze tas op maandagmorgen opnieuw naar school vertrekt zoals die op vrijdagavond bij ons thuis gearriveerd is. Dat betekent dat in het visdoosje opnieuw tien visjes en twee hengeltjes zitten. In het andere spelletjesdoosje moeten 15 kaartjes te vinden zijn. En ga zo maar door.

Je ziet mij al komen. Zo’n visje springt wel eens gewild of ongewild uit zijn bakje en belandt onder of achter de zetel. Die ene kleurplaat die ze mogen kiezen, worden er hier snel drie. Aja, iedereen in het huis mag toch wel een visje kleuren. De bijgeleverde potloodjes lopen wel eens weg.

Minstens drie keer per dag tel ik alles in de tas na. Tel ik alle visjes? Vind ik alle potloodjes? Hoeveel tekeningen moet ik extra kopiëren?

Pure stress vind ik deze leuke verteltassen. Onze kinderen zijn er wild van. Ze mogen deze tas in principe  alleen onder begeleiding openen. En als je weet dat er hier vier kindertjes rondhuppelen of kruipen dan weet je dat de qualitytime met verteltas eerder gelimiteerd is.
Je raadt het dus al. Als mama achter het fornuis staat en papa zijn haren laat kortwieken in Matongé, is er toch wel minstens één kind dat eventjes snel in de koffer kijkt zonder toezicht …

Ik kijk al uit naar het uur waarop deze fantastische toffe vertel – aka stresskoffer het huis weer verlaat.

Over de fiets en de twijfels

Een dorpje in de buurt van Brussel op vrijdagavond. Een lange sliert auto’s probeert zich zo snel als mogelijk door de twee straten die het dorpje rijk is te wurmen. Om ervoor te zorgen dat zeker niemand even kan wegdromen of in slaap valt, claxonneren enkele bestuurders. Uiteindelijk blijkt een of ander ongeval op de Brusselse ring de oorzaak van zoveel file-ellende. Die sliert auto’s wordt elke maand langer en beweegt zich alsmaar langzamer voort. Eens aangekomen in de hoofdstad is het vinden van een gratis plek voor de blikken doos op wielen een bijna onmogelijke zaak.

Eind vorig schooljaar was ik het beu. Ik had er geen zin meer in. De auto-stress bovenop de andere dagelijkse beslommeringen kon er niet meer bij. Ik zocht een alternatief.
De ijzeren weg en de bussen konden me in combinatie met crèche-en schooluren niet tijdig op mijn werk brengen. Het enige alternatief was/is de fiets.
Als een geschenk uit de hemel kwam het verjaardagscadeau van de zussen en de personal trainer-vriendin. Eén maandje trainen later zou ik een tocht naar het verre Brussel dat zich bij manier van spreken om de hoek bevindt, zonder kleerscheuren overleven.

En zo geschiedde. Sinds eind augustus verplaatst ik me dagelijks naar de hoofdstad met een stalen ros (een afdankertje van ons moeder). Het ding doet na een grondige onderhoudsbeurt zijn werk. Zolang ik maar hard genoeg trap.

Ik vind het fantastisch dat mijn lijf, dat niet meteen bekend staat om zijn uitstekende sportieve kwaliteiten, mij elke dag manueel naar mijn werk kan brengen. Als het regent, ben ik nat; als het waait, verander ik in een donkerrode tomaat (zo hard moet ik trappen); als de zon schijnt, word ik een tintje bruiner; als ik hard genoeg trap, kom ik net op tijd om de kinderen op school en niet in de ‘bewaking’ op te halen … De voldoening krijg je er gratis en voor niets bij.

En toch … ik twijfel of ik misschien toch niet beter een elektrische vehikel koop. Vooral de tijdwinst en het gereduceerde tomatengehalte spreken in het voordeel van dat extra beetje hulp bij het fietsen. Na een snelle berekening levert een beetje elektriciteit mij een 750 euro winst op tegenover 400 euro zonder elektriciteit. De kosten van de opvang zouden tot een minimum gereduceerd worden. Uiteraard reken ik daarbij nog de fietspremie en het niet gebruiken van de auto.

Ik twijfel … Is het de investering waard als ook een klassieke fiets voor een behoorlijke winst op financieel en op mentaal vlak zorgt. Is de extra tijd met de kinderen, ook al is het maar 10 minuten per dag,  de investering waard?

Wordt ongetwijfeld vervolgd …

De ochtend #boostyourpositivity

De ochtend en ik, of is het ik en de ochtend? Wat het ook is; het is een helse combinatie; een verstandshuwelijk tussen water en vuur. Al jaren, zowat mijn volledig bewuste leven, probeer ik vriendje te worden met de start van een nieuwe dag.

Tot kinderen mijn leven binnenkwamen, was ik kampioen in de discipline ‘bedèschool/werk’. Niemand in de wijde omgeving kon zo snel vanuit het warme bed in de kleren springen om daarna met lichtsnelheid via de keuken met de boekentas op de rug op tijd (nooit in mijn volledige middelbare schoolcarrière kwam ik te laat) ter plaatse te arriveren.
Op de hogeschool durfde ik wel eens het eerste uurtje overslaan. Veel was er niet nodig om mij ervan te overtuigen dat dit uurtje extra in bed mijn opleiding niet meteen in gevaar zou brengen.
Ook als werkmens slaagde ik erin om tot dit laatste minuut te wachten om daarna in zeven haasten richting werkveld te vertrekken.

En plots hoorde deze heerlijk soestijd definitief tot het verleden. De ochtend blijft er een waarbij elk record met lichtsnelheid gebroken wordt. Alleen moet ik er nu niet meer aandenken om de hele klus binnen de 15 minuten te klaren. Minstens 45 minuten voor het uur van vertrek, hijs ik mezelf uit mijn bedstee. Een plens water later, sleur ik de kinderen min of meer uit bed. Het vroege vogelgehalte van opa zaliger slaan hier wellicht twee generaties over. Het aankleden is vaak een gevecht op leven en dood. De klaargelegde kledij kan niet altijd op veel bijval rekenen. Net als het voorziene ontbijt. Het ochtendlijke gezeur neemt exponentieel met de jaren toe. Dat belooft voor de nabije toekomst.

Als iedereen binnen het tijdsbestek vertrekkensklaar is, haal ik opgelucht adem. Oef… het is ons weer gelukt. Iedereen arriveert op tijd op zijn/haar bestemming. De werk- en schooldag kan beginnen.

Deze blogpost kadert in het #boostyourpositivity project van Activia.

De ochtend #boostyourpositivity

De ochtend en ik, of is het ik en de ochtend? Wat het ook is; het is een helse combinatie; een verstandshuwelijk tussen water en vuur. Al jaren, zowat mijn volledig bewuste leven, probeer ik vriendje te worden met de start van een nieuwe dag.

Tot kinderen mijn leven binnenkwamen, was ik kampioen in de discipline ‘bedèschool/werk’. Niemand in de wijde omgeving kon zo snel vanuit het warme bed in de kleren springen om daarna met lichtsnelheid via de keuken met de boekentas op de rug op tijd (nooit in mijn volledige middelbare schoolcarrière kwam ik te laat) ter plaatse te arriveren.
Op de hogeschool durfde ik wel eens het eerste uurtje overslaan. Veel was er niet nodig om mij ervan te overtuigen dat dit uurtje extra in bed mijn opleiding niet meteen in gevaar zou brengen.
Ook als werkmens slaagde ik erin om tot dit laatste minuut te wachten om daarna in zeven haasten richting werkveld te vertrekken.

En plots hoorde deze heerlijk soestijd definitief tot het verleden. De ochtend blijft er een waarbij elk record met lichtsnelheid gebroken wordt. Alleen moet ik er nu niet meer aandenken om de hele klus binnen de 15 minuten te klaren. Minstens 45 minuten voor het uur van vertrek, hijs ik mezelf uit mijn bedstee. Een plens water later, sleur ik de kinderen min of meer uit bed. Het vroege vogelgehalte van opa zaliger slaan hier wellicht twee generaties over. Het aankleden is vaak een gevecht op leven en dood. De klaargelegde kledij kan niet altijd op veel bijval rekenen. Net als het voorziene ontbijt. Het ochtendlijke gezeur neemt exponentieel met de jaren toe. Dat belooft voor de nabije toekomst.

Als iedereen binnen het tijdsbestek vertrekkensklaar is, haal ik opgelucht adem. Oef… het is ons weer gelukt. Iedereen arriveert op tijd op zijn/haar bestemming. De werk- en schooldag kan beginnen.

Deze blogpost kadert in het #boostyourpositivity project van Activia.